HOOFDSTUK II

Wij spraken reeds over het uiterst eenvoudige experiment waarbij een scherm voorzien van een gat voor een puntvormige lichtbron werd geplaatst en waarbij op de muur een schaduw ontstond. Wij vereenvoudigen deze proef nog meer door aan te nemen dat die lichtbron homogeen licht uitzendt. Ter verkrijging van goede resultaten nemen wij een sterke lichtbron. Veronderstel nu dat het gat in het scherm telkens kleiner gemaakt wordt. Als wij een sterke lichtbron hebben en erin slagen het gat klein genoeg te maken, zien wij een nieuw en merkwaardig verschijnsel optreden, iets wat geheel en al onbegrijpelijk is van het standpunt van de corpusculaire theorie. Er is niet langer een scherpe grens tussen licht en donker. Het licht vervaagt geleidelijk in de donkere achtergrond via een serie van lichte en donkere ringen. Het optreden van deze ringen volgt ongedwongen uit de golftheorie. De verklaring van het optreden van afwisselend lichte en donkere gebieden is eenvoudiger in het geval van de volgende enigszins veranderde experimentele opstelling. Veronderstel een vel donker papier, waarin twee kleine gaatjes, waardoor het licht kan gaan, zijn aangebracht. Als de gaatjes zeer dicht naast elkaar gelegen zijn, bovendien zeer klein zijn en indien de lichtbron zeer sterk is, zullen afwisselend lichte en donkere strepen op een scherm verschijnen, die geleidelijk naar de zijkanten toe in de donkere achtergrond vervagen.

De verklaring is eenvoudig. Een donkere streep ontstaat daar waar een dal in de golf uit het ene gaatje zo samentreft met een top in de golf uit het andere gaatje, dat beide elkaar opheffen. Een lichtstreep ontstaat daar waar twee dalen of twee toppen van golven uit de twee gaatjes elkaar ontmoeten en op elkaar inwerken. In het geval van de donkere en lichte ringen uit ons eerste voorbeeld, waar wij een scherm met één gaatje gebruikten, is de verklaring ingewikkelder, maar het principe is hetzelfde. Het optreden van donkere en lichte strepen in het geval van twee gaatjes en van donkere en lichte ringen in het geval van één gat, moeten wij in gedachten houden, want wij zullen later op beide verschijnselen nog terugkomen. De hier beschreven experimenten demonstreren ons de diffractie van het licht, de afwijking van de rechtlijnige voortplanting, wanneer kleine obstakels of kleine openingen in de gang van de lichtstralen geplaatst zijn.

figuur