HOOFDSTUK II

Veronderstel dat wij een zeer smalle strook van het spectrum afgezonderd hebben. Dat wil zeggen, dat wij slechts één van de grote verscheidenheid van kleuren door een spleet hebben laten gaan, en alle overige kleuren door een scherm tegengehouden hebben. De straal die door de spleet valt, bestaat uit homogeen licht, dat wil zeggen uit licht dat niet verder in componenten kan worden gesplitst. Dit is een consequentie van de theorie en zij kan gemakkelijk experimenteel bevestigd worden. Op geen enkele wijze kan zulk een uit één kleur bestaande lichtstraal nog verder gesplitst worden. Met behulp van eenvoudige middelen kan men homogeen licht verkrijgen. Zo straalt natrium in gloeiende toestand homogeen geel licht uit. Het is dikwijls gewend om zekere optische proeven met homogeen licht uit te voeren, omdat daardoor, zoals te begrijpen valt, het resultaat eenvoudiger zal zijn.