HOOFDSTUK II

Alle beschouwde optische verschijnselen spreken ten gunste van de golftheorie. De buiging van het licht rondom kleine voorwerpen en de verklaring van de lichtbreking zijn de sterkste argumenten in het voordeel van deze theorie.

Uitgaande van de mechanische zienswijze zijn wij er ons van bewust dat er nog één vraag beantwoord moet worden, namelijk vast te stellen wat de mechanische eigenschappen van de ether zijn. Voor de oplossing van dit probleem is het van het grootste belang te weten of de lichtgolven longitudinaal dan wel transversaal zijn. Met andere woorden, plant het licht zich voort als het geluid? Wordt de golf veroorzaakt door dichtheidsveranderingen van het medium, zodat dus de deeltjes trillingen uitvoeren in de richting van de voortbeweging? Of is de ether vergelijkbaar met een elastische gelei, een middenstof, waarin alleen transversale golven kunnen worden opgewekt en waarvan de deeltjes loodrecht op de voortplantingsrichting trillen?