HOOFDSTUK II

De verklaring van de lichtbreking is iets moeilijker. Zonder in details te treden kunnen wij de mogelijkheid inzien van een verklaring op mechanische basis. Als de lichtdeeltjes op de glasoppervlakte vallen, is het mogelijk dat er door de materiedeeltjes van het glas een kracht op hen wordt uitgeoefend, hoewel het vreemd blijft dat deze kracht slechts in de onmiddellijke nabijheid van de stof wordt uitgeoefend. Iedere kracht die op een bewegend voorwerp inwerkt, veroorzaakt, zoals wij reeds weten, een verandering van de snelheid. Als de kracht op de lichtdeeltjes bestaat uit een aantrekking loodrecht op de oppervlakte van het glas, zal de richting van de nieuwe beweging ergens liggen tussen de richting van de oorspronkelijke beweging en tussen de loodlijn. Deze eenvoudige verklaring lijkt veelbelovend voor de corpusculaire theorie van het licht. Om de bruikbaarheid en de geldigheidsomvang van deze theorie te toetsen, moeten wij echter eerst nog andere en meer ingewikkelde feiten bestuderen.