HOOFDSTUK II
De substantietheorie van het licht schijnt alle genoemde gevallen op schitterende wijze te verklaren, hoewel de noodzakelijkheid om evenveel substanties in te voeren als er kleuren zijn enigszins verontrustend is. De veronderstelling dat alle lichtdeeltjes in het luchtledig dezelfde snelheid hebben, heeft ook een zeer kunstmatig karakter.
Men kan zich voorstellen dat een geheel ander samenstel van veronderstellingen, een theorie dus van geheel verschillend karakter, evengoed zal functioneren en alle vereiste verklaringen kan opleveren. Inderdaad zullen wij spoedig getuige zijn van de opkomst van een andere theorie, die op geheel afwijkende opvattingen is gebaseerd en toch een verklaring geeft van dezelfde optische verschijnselen.