HOOFDSTUK II

De ene kant van de regenboog is altijd rood, de andere kant violet. De verklaring van dit verschijnsel door Newton luidt: iedere kleur is reeds in het witte licht aanwezig. De verschillende kleuren spoeden zich door de interplanetaire ruimte en door de atmosfeer met gelijke snelheid voort en geven gezamenlijk de indruk van wit licht. Wit licht is een mengsel van lichtdeeltjes van verschillende soorten, die elk een andere kleur vertegenwoordigen. Bij de proefneming van Newton scheidt het prisma ze ruimtelijk. Volgens de mechanische theorie wordt de lichtbreking veroorzaakt door krachten die, uitgaande van de glasdeeltjes, inwerken op de lichtdeeltjes. Deze krachten verschillen voor lichtdeeltjes die behoren bij verschillende kleuren, en zijn het sterkst voor het violet en het zwakst voor het rood. Iedere kleur zal daarom anders gebroken worden en van de overige gescheiden zijn als het licht het prisma verlaat.