HOOFDSTUK I
Een uit een geweer geschoten kogel, een onder een schuine hoek weggeworpen steen en een straal water die uit een slang spuit beschrijven alle een weg van hetzelfde type, de parabool. Veronderstel nu dat aan zo'n steen en snelheidsmeter is verbonden, zodat wij op ieder ogenblik de snelheidsvector kunnen vaststellen. Het resultaat vindt men in de eerste tekening hiernaast. De kracht die op de steen werkt heeft dezelfde richting als de snelheidsverandering en wij weten hoe deze laatste bepaald moet worden.
Als wij dit uitvoeren komen wij, zoals de tweede schets hiernaast laat zien, tot het resultaat dat de kracht verticaal naar beneden gericht is. Dat is precies hetzelfde als in het geval van een steen die men van een toren laat vallen. De afgelegde wegen zijn geheel verschillend, evenals de snelheden, maar de verandering in de snelheid heeft dezelfde richting, zij is namelijk gericht naar het middelpunt van de aarde.