HOOFDSTUK I

Het gedrag van de grote deeltjes is in zekere zin een afspiegeling van dat van de moleculen en bestaat, om het zo uit te drukken, uit een vergroting zo hoog dat dat het zichtbaar wordt door een microscoop. Het onregelmatige en toevallige karakter van de weg die een deeltje in Brownse beweging aflegt, is dus min of meer gelijk aan de aard van de weg die de moleculen afleggen. Wij kunnen ons dus voorstellen, dat een kwantitatieve studie van de Brownse beweging ons een dieper inzicht kan verschaffen in de kinetische theorie van de materie. Het is duidelijk, dat de zichtbare Brownse beweging zal afhangen van de afmetingen van de onzichtbare bombarderende moleculen. Er zou in het geheel geen Brownse beweging zijn, als de bombarderende moleculen niet over een zeker bedrag aan kinetische energie beschikten of anders gezegd, als zij niet massa en snelheid hadden. Dat de studie van de Brownse beweging daarom kan leiden tot de bepaling van de massa van een molecuul behoeft dus geen verwondering te wekken.