HOOFDSTUK I

De resultaten van zijn talrijke proeven zijn als volgt samen te vatten:

1e. De hoeveelheid warmte, die door wrijving ontstaat, is altijd evenredig aan de hoeveelheid verbruikte energie.

2e. De hoeveelheid warmte, nodig om 1 kilogram water (gewogen in het luchtledig en met een temperatuur van 15°C) 1°C in temperatuur te doen stijgen, is equivalent aan de energie, die nodig is om een gewicht van 428 kg 1 meter op te heffen.

Met andere woorden het arbeidsvermogen van plaats van een gewicht van 428 kg, dat men tot een hoogte van 1 meter boven de grond heeft opgeheven is gelijkwaardig aan de warmte, die nodig is om één kilogram water van 15°-16°C te verwarmen. Latere onderzoekers bepaalden deze grootheid iets nauwkeuriger, maar dit doet in wezen niets af aan het pionierswerk van Joule.