HOOFDSTUK I

Een dokter, die uit de mond van zijn patiënt de thermometer neemt, zou als volgt kunnen redeneren:

"De thermometer wijst door de lengte van zijn kwikkolom zijn eigen temperatuur aan. Wij nemen aan dat de lengte van de kwikkolom toeneemt in verhouding met de temperatuurverhooging. Nu was de thermometer enige minuten geleden in contact met mijn patiënt, zodat zowel de patiënt als de thermometer dezelfde temperatuur hebben. Ik besluit hieruit dat de temperatuur, van mijn patiënt, die is, welke op de thermometer aangegeven is."

De dokter handelt waarschijnlijk automatisch, maar hij past, zonder zich daarvan bewust te zijn, fysische principes toe.