HOOFDSTUK II

De theorie waarmee wij ons bezighouden is, gezien van het standpunt van de moderne fysica, simpel en onvoldoende. Niettemin is zij een goed voorbeeld om er de karakteristieke kenmerken van iedere natuurkundige theorie aan te demonstreren.

In de natuurwetenschappen kent men geen eeuwig geldige theorieën. Altijd weer komt het voor dat een of meer door de theorie voorspelde feiten door het experiment weerlegd worden. Iedere theorie heeft haar tijd van ontwikkeling en haar tijd van triomfen, waarna veelal een snel verval optreedt. De opkomst en de val van de reeds behandelde substantietheorie van de warmte is hiervan een van de vele voorbeelden. Vele andere, diepzinniger en van meer betekenis zullen later besproken worden. Bijna iedere grote vooruitgang in de natuurwetenschappen spruit voort uit een crisis in de oude theorie, waardoor men gedwongen wordt een uitweg uit de moeilijkheden te zoeken. Wij moeten de oude denkbeelden en de oude theorieën bespreken, niettegenstaande zij tot het verleden behoren, omdat dit de enige manier is om de betekenis van een nieuwe theorie te kunnen omvatten en om te kunnen inzien wat de omvang van haar geldigheid is.