HOOFDSTUK I
Laat ons nu het volgende zeer eenvoudige voorbeeld eens nader bezien: Twee deeltjes tussen welke krachten werkzaam zijn. De eenvoudigst voor te stellen krachten zijn die van aantrekking en afstoting. In beide gevallen liggen de vectoren op de lijn, die de beide stoffelijke punten verbindt (zie figuur hieronder). Juist de behoefte aan een eenvoudige voorstelling leidt tot afstoting aantrekking het opstellen van het beeld van elkaar aantrekkende of afstotende deeltjes; iedere andere voorstelling omtrent de richting van de krachten zou een veel gecompliceerder beeld geven. Kunnen wij een even eenvoudige veronderstelling maken omtrent de lengte van de krachten vectoren? Zelfs indien wij al te speciale veronderstellingen willen vermijden, kunnen wij nog altijd het volgende zeggen: de krachten tussen ieder gegeven tweetal deeltjes zijn, evenals gravitatiekrachten, slechts afhankelijk van hun afstand. Dit lijkt zeer eenvoudig. Veel ingewikkelder krachten zou men zich kunnen voorstellen, zoals krachten die niet slechts van de afstand, maar ook van de snelheid van de beide deeltjes, afhankelijk zijn. Met kracht en stof als fundamentele begrippen kunnen wij ons nauwelijks eenvoudiger veronderstellingen indenken, dan die waarbij krachten langs de verbindingslijn van twee deeltjes zijn gericht en welke krachten slechts van de afstand dier deeltjes afhankelijk zijn. Is het nu echter ook mogelijk om alle natuurkundig gebeuren te verklaren, uitsluitend met behulp van krachten van dien aard?