HOOFDSTUK I

Laat ons nu eens deze beide methoden ter bepaling van de massa wat uitvoeriger behandelen.

Het eerste experiment had niets te maken met de gravitatie, met de aantrekkingskracht van de aarde. De wagen beweegt zich na de stoot langs een volmaakt glad en horizontaal vlak. De zwaartekracht werkt hierbij niet en speelt geen rol bij deze bepaling van de massa. Met de weging is het juist andersom. Wij zouden nooit een weegschaal kunnen gebruiken als de aarde geen voorwerpen aantrok, als de zwaartekracht niet bestond. Het verschil tussen beide methoden van massabepaling is dat de eerste niets uitstaande heeft met de zwaartekracht, terwijl de tweede daarop principieel gebaseerd is. Als wij de verhouding tussen twee massa's nu op de beide bovengenoemde manieren bepalen, verkrijgen wij dan hetzelfde resultaat? Het antwoord dat de proefneming ons geeft is zeer duidelijk. De resultaten zijn nauwkeurig aan elkaar gelijk! Deze conclusie was niet te voorzien en zij is gebaseerd op waarneming en niet door redeneren verkregen. Wij zullen nu voortaan de massa op de eerstgenoemde wijze bepaald, de trage massa noemen en die volgens de tweede methode de zware massa. In onze wereld blijken zij aan elkaar gelijk te zijn, maar wij kunnen ons daarom nog wel voorstellen, dat dit niet het geval hoeft te zijn. Een andere vraag rijst onmiddellijk op: is deze gelijkheid van beide soorten van massa geheel toevallig of heeft zij een diepere betekenis? De klassieke fysica geeft als antwoord, dat deze gelijkheid toevallig is en dat daaraan geen diepere zin gehecht dient te worden. De moderne natuurkunde geeft een geheel tegengesteld antwoord en zegt, dat de gelijkheid van deze twee soorten van massa fundamenteel is en dat zij een nieuw en belangrijk spoor is, leidende naar dieper inzicht. Het was inderdaad een van de belangrijkste vingerwijzingen, die leidden tot de ontwikkeling van de zogenaamde algemene relativiteitstheorie.