HOOFDSTUK I

De wetenschapper die, als wij de lichtelijk versleten beeldspraak mogen aanhouden, in het boek van de natuur leest, moet echter de oplossing zelf vinden. Immers, hij kan niet, zoals ongeduldige lezers dit plegen te doen, achter in het boek kijken. In ons geval is de lezer tevens de detective, die de onderlinge samenhang tussen de gebeurtenissen, althans gedeeltelijk, tracht op te sporen. Om zelfs ook maar een gedeeltelijke oplossing te vinden, moet de wetenschapper de voorhanden losstaande feiten verzamelen en ze door zijn scheppend denken een onderling verband en een inhoud verschaffen.