HOOFDSTUK II
Wij beginnen weer met wat feitenmateriaal. Het zojuist genoemde getal betreft de lichtsnelheid in het luchtledig. Ongestoord spoedt het licht zich met deze snelheid door de ledige ruimte. Door een luchtledig glazen vat kunnen wij heen zien. Wij zien planeten, sterren, nevelvlekken, niettegenstaande hun licht ons oog moet bereiken door de ledige ruimte. De eenvoudige waarneming dat wij door een glazen vat kunnen kijken wanneer dit al dan niet met lucht gevuld is, demonstreert ons dat de lucht er weinig toe doet. Om deze reden kunnen wij optische experimenten in een gewone kamer uitvoeren en daarbij hetzelfde effect bereiken alsof wij in het luchtledig werkten.