HOOFDSTUK I

Wat is kracht? Intuïtief voelen wij wat met dit woord wordt bedoeld. Het begrip vond zijn oorsprong in de uitwerking van duwen, gooien of trekken; in de gewaarwording in onze spieren bij het volvoeren van een van die daden. Maar de algemeenheid van dit begrip gaat ver buiten deze eenvoudige voorbeelden. Wij kunnen aan kracht denken, zelfs zonder het beeld van een paard, dat een wagen voorttrekt! Wij spreken van aantrekkingskracht tussen de zon en de aarde, tussen de aarde en de maan en over de krachten, die de getijden veroorzaken. Wij spreken van de kracht, door middel waarvan de aarde ons en alles rondom ons dwingt binnen haar invloedssfeer te blijven en van de kracht, waarmede de wind de golven van de zee veroorzaakt en de bladeren van de bomen doet bewegen. Wanneer en waar wij een verandering van beweging waarnemen, moet hiervoor een uitwendige kracht verantwoordelijk zijn. Newton schreef in zijn Principia:

“Een inwerkende kracht is een actie uitgeoefend op een voorwerp met als gevolg een verandering in zijn toestand, zij het dat dit voorwerp zich in rust bevindt of dat het zich eenparig langs een rechte lijn voortbeweegt. Deze kracht bestaat slechts uit de actie, en blijft niet langer in het voorwerp als de actie voorbij is. Want een voorwerp volhardt in iedere nieuw verkregen toestand door zijn eigen vis inertiae. Uitwendige krachten zijn van verschillende oorsprong, zoals stoot, druk, middelpuntzoekende kracht.”