HOOFDSTUK II

Salviati gaat dan voort met het geven van een nadere verklaring van zijn methode. Om zijn betoog te kunnen volgen, nemen wij aan dat de lichtsnelheid niet alleen eindig, maar ook klein is, dat de voortbeweging van het licht vertraagd is (vergelijk dit bijvoorbeeld met de vertraagde film). Twee waarnemers A en B hebben ieder een afgedekte lantaarn en staan op een afstand van een kilometer van elkaar. A opent nu het eerst zijn lantaarn. Er is afgesproken dat B, zodra hij A zijn licht ziet, ook zijn lantaarn opent. Wij nemen nu aan dat ons vertraagde licht per seconde één kilometer aflegt. A zendt, door zijn lantaarn te openen, een signaal af. B ziet dit licht na één seconde en geeft het antwoordsignaal. A ontvangt dit antwoord twee seconden na het openen van zijn lantaarn. Als het licht dus een kilometer per seconde aflegt, zullen er dus twee seconden verlopen tussen het geven en het ontvangen van het signaal door A.

Omgekeerd kan dus A, als hij de snelheid van het licht niet kent, maar veronderstellende dat zijn medewerker zich aan de afspraak houdt, uit het feit dat hij het licht van B waarneemt 2 seconden nadat hijzelf zijn lichtsignaal gaf, berekenen dat de lichtsnelheid een kilometer per seconde bedraagt.